Op 15 april 2012 liep ik in Rotterdam mijn eerste marathon. Maanden van afzien gingen eraan vooraf. Trainen in weer en wind, een mager marathon lijf, geen alcohol, pannenkoeken als ontbijt, pasta eten tot je geen pasta meer kunt zien, mentale dipjes en altijd vasthouden aan de heilige graal, het trainingsschema. Ik heb er geen moment spijt van gehad. De marathon is een fysieke en mentale uitputtingsslag, maar het is ook genieten van de stad en gedragen worden door de mensen langs de kant.
Afgelopen zondag was ik toeschouwer bij de Olympische marathon in Londen. Terwijl Lornah Kiplagat comfortabel in de voorste groep loopt, vermaken wij ons met grappen over het broekje van het Hollandse tenue. Het kleurverschil met de van oorsprong Keniaanse billen is minimaal, waardoor de Nederlandse dames met een beetje fantasie in hun blote kont rondrennen. We zoeken een goed plekje aan de Thames, ter hoogte van het 17 miles punt. De kopgroep loopt weer voorbij, nu zonder Kiplagat. Even zijn we bang dat ze is uitgestapt, maar een paar minuten later komt ze alleen aanlopen. Ze stopt.
Kiplagat stapt uit de marathon en wij staan er naast. Ik weet niet goed wat ik moet doen. Wat zeg je tegen een topatleet wiens Olympische droom net in duigen is gevallen? Zit ze wel te wachten op een bemoeizuchtige landgenoot? “Mijn knie is kapot”, klinkt het dan plotseling. Ze vertelt over een knie-operatie, de revalidatie en het – misschien tegen beter weten in – toch willen lopen van de Olympische marathon.
Dan vraagt ze of ze haar man kan bellen met mijn telefoon. Ik toets het nummer voor haar in, maar hij neemt niet op. Na een paar keer proberen, krijg ik hem aan de lijn. Hij is opgelucht en dankbaar als ik hem vertel dat Lornah naast me zit en dat er een busje komt om haar op te halen.
Als we vragen naar haar ervaringen in de eerste helft van de Olympische marathon begint Lornah te stralen. Met een grote glimlach vertelt ze over de enthousiaste mensen langs de kant. “Daar ga je van vliegen.” Ze verwondert zich over de vele persoonlijke aanmoedigingen. Er staat weliswaar Kiplagat op haar startnummer, maar het publiek roept haar voornaam. Misschien kennen de Engelsen haar naam, omdat Paula Radcliffe en Mo Farah vaste gasten zijn op Lornah’s trainingscentrum in Kenia.
De bezemwagen laat lang op zich wachten. Lornah ziet er breekbaar uit. Een mager koud lijf, verpakt in een deken en plastic poncho op een wit klapstoeltje. Maar ze lacht en vertelt enthousiast over haar trainingen in de Schoorlse duinen, de faciliteiten in het Olympisch dorp en haar geboorteland Kenia. Ze vraagt waar wij vandaan komen en het doet me goed dat haar ogen glimmen bij het horen van Rotterdam.
Lornah herinnert ons aan haar overwinning in Rotterdam zeven jaar geleden. Enigszins aarzelend vertel ik haar dat ik Rotterdam ook heb gelopen, maar dan een stuk langzamer. Ze vindt het prachtig en is benieuwd naar mijn eindtijd. “Oh je bent snel!”, reageert ze lief op mijn 4 uur en 23 minuten. “Je moet bij ons in Kenia komen trainen. Je hoeft alleen je trainingsschema en je schoenen mee te nemen.” Ik lach. Trainen met Lornah, Mo en Paula, het idee alleen al. Maar volgens Lornah is het allemaal geen probleem. Recreatielopers zijn ook welkom op haar trainingskamp. In Kenia loopt iedereen samen.
“Het maakt niks uit hoe snel je loopt, jij hebt de afstand afgelegd, dus je kent de pijn van de marathon. Je weet hoe het voelt.” Lornah heeft gelijk, maar het is tegelijkertijd belachelijk dat Nederlands beste marathonloopster doet alsof onze prestaties met elkaar te vergelijken zijn. Ze geeft me het gevoel dat we bondgenoten zijn. Marathonlopers, bondgenoten in afzien en genieten.
Na ruim een half uur wordt Lornah eindelijk opgehaald. Ze bedankt ons en we zwaaien haar uit. Aan het eind van de dag krijg ik nog een sms van haar om ons te bedanken voor de “goede zorgen”. Ik geloof niet in toeval. Misschien is deze ontmoeting wel het begin van de voorbereiding op mijn volgende marathon. Een paar weken afzien met Paula en Lornah in Kenia moet goed zijn voor een persoonlijk record.
Moeders zijn altijd trots op hun kinderen, maar ik ben wel heel trots!
Wat schrijf jij toch goed!
De essentie van wat je meemaakt en emotioneel beleeft vind ik altijd terug.
Dit is een prachtig verhaal!
Ik hoop voor Lorna dat ze snel herstelt.
Mocht jij besluiten weer een marathon te lopen, weet dan dat je ons altijd bereid vindt om je overal mee te supporten!
X Mams
Mooi geschreven Eva, kippenvel! Wat een bijzonder ontmoeting. Ben benieuwd naar het vervolg 😉
Eva, toch maar eens een carriere-wissel overwegen denk ik! Jij bent sportjournalist! Mooi verhaal!!!
Alleen al het lopen van een marathon is al een prestatie en dan er zo over schrijven is super.Leuk dat je haar hebt ontmoet en wie weet hoe het nog eens van pas komt.Wie weet loop je hem nog eens.
Goed verhaal Eva, je zou meer publiek moeten schrijven..
Geweldig stukje
Prachtig geschreven. Alsof ik er bij was.
Wat een mooi stukje!!
Mooi stuk Eva!
Wow, wat een prachtig geschreven stuk over je ontmoeting met Lornah. Zo mooi! Ik wens je een hele fijne volgende marathon!
Prachtig verhaal en uitstekend geschreven. Complimenten!
Zeer indrukwekkend.
Ik was ook bij die marathon aanwezig en het was mij ook al opgevallen dat Lornah niet meer voorbij kwam. Wel bijzonder dat ze precies daar uitstapte, waarschijnlijk bewust bij het vertrouwde oranje. Maar ik sluit me aan bij de reacties hierboven, fantastisch geschreven!:)
Mooi gescheven! Of ik erbij zat.
Ik kijk voortaan met andere ogen naar Lornah Kiplagat!
prachtig geschreven, heel herkenbaar voor iemand die net als jij marathons loop in ongeveer 4.20. Wat een ervaring zo een inspirerende persoon tegen te komen. Toeval bestaat niet : misschien is dit het teken dat je echt wel eens op stage naar Kenia moet gaan…
Inderdaad mooi geschreven alsof ik erbij zat. Leuk te lezen hoe gewoon en menselijk zo’n sportheld is.
Wat bijzonder, deze ontmoeting, en zo mooi beschreven!
Inderdaad heel mooi geschreven en beschreven. Alsof ik er naast stond…
Marathonlopers zijn een ras apart, of je er nu 2u over doet of 5! Het is een knalprestatie. Ik deed er 5, sukkel nu al 3 jaar met een blessure maar wil toch weer een marathon lopen. Het is een microbe, je zucht, vloekt, maar je doet het toch maar. Mooi geschreven.
Mooi geschreven! Ik was er ook, maakte een foto toen ze langs liep en zag dat ze er de volgende ronde niet meer bij was. Als recreant loop ik ook marathons waaronder in mijn stad R’dam en het lijkt me vreselijk om uit te moeten stappen. Heel leuk om te lezen dat ze de aanmoedigingen echt hoort! Wij riepen ook Lornah, gewoon omdat het lekker roept maar ook omdat er wel meer hardlopende “Kiplagatten” zijn. Helaas was het deze keer niet genoeg om de finish te halen…
Ik las dit stukje jaren geleden en moest er afgelopen weekend weer aan denken bij de olympische marathon. Mocht je je dus afvragen waar al die views ineens vandaan komen; ik heb een aantal mensen gewezen op dit prachtverhaal!
Dank je voor het delen. 🙂