Het is 15 juli 1981. Mijn moeder is 40 weken en een paar dagen zwanger van haar eerste kind. Terwijl zij met weeën de dag doorworstelt, zit mijn vader naast haar. Stopwatch in zijn hand. Eén minuut, twee minuten… het is secondespel zo’n Alpenetappe.
De helden van mijn vader zijn die dag bezig aan de 18e etappe van de 68e Tour de France. Bernard Hinault rijdt al dagen in het geel en debutant Peter Winnen heeft een dag eerder, op de Franse feestdag, de etappe naar Alpe d’Huez gewonnen. Woensdag 15 juli is het tourcircus onderweg van de Hollandse berg naar Le Pleynet. Op het steilste stuk van de slotklim rijdt de ijzersterke Hinault in zijn gele trui weg van medevluchters Bernaudeau en De Wolf. Hij wint de etappe met overmacht.
Ik wacht netjes tot iedereen boven is op Le Pleynet en word rond 21.00u ’s avonds geboren in een ziekenhuis in Rotterdam. De liefde voor de Tour is onontkoombaar. Niet alleen omdat ik altijd jarig ben tijdens het mooiste sportevenement ter wereld, maar ook door de touretappes die we in de jaren ’80 en ‘90 in de zomervakantie bezoeken. Lange dagen op Franse bergweggetjes, de koelbox vol eten en drinken, wachtend op een glimp van Miguel, Jan, Lance, Michael of Marco. De andere tourdagen brengen mijn vader en ik door in een bloedhete caravan op de Franse camping, gekluisterd aan de de krakende wereldontvanger.
Nog altijd kijk ik op mijn verjaardag het liefst de hele dag naar het lijden van 198 mannen op een fiets. De etappe van 15 juli is mijn jaarlijkse verjaardagscadeau. Het mooiste is een finish bergop, of tenminste een beklimming van de eerste categorie. Flink balen is het wanneer op 15 juli toevallig een saaie tussenrit gepland staat. Een rustdag is echt om te huilen.
Dit jaar krijg ik van de tourdirectie de eerste Pyreneeënrit cadeau, een aardige etappe met twee leuke bergen. Nu alleen nog een heroïsche overwinning, bij voorkeur van een Zeeuw, en de dag is geslaagd. Het is le quinze juillet, de belangrijkste dag van de Tour.
Foto: La Grande Boucle
Vorig jaar zonder kinderen nog op de berg gestaan om Johnny Hoogerland aan te moedigen voor de bolletjestrui, 10 minuten na zijn passage lag hij in het prikkeldraad. De dag erna dus nog maar een keer naar Maurs op hem opnieuw aan te moedigen.
Mooi verhaal. Hier word je blij van.